Je kent het wel : je pakt een nieuw boek vast, ruikt even aan het papier (ja, we doen dat allemaal) en begint te lezen. De eerste zinnen. De eerste alinea. En dan weet je het vaak al. Dat gevoel van : dit wordt iets – of juist, nope, dit gaat ‘m niet worden. Maar wat maakt nou dat een roman je meteen grijpt ? Hoe herken je een goed boek al na een paar bladzijden ? Laten we dat eens uitpluizen, zonder literair geneuzel, gewoon eerlijk.
Er is trouwens een interessant artikel op https://culturesource.net dat uitlegt waarom onze hersenen zo snel beslissen of we iets willen blijven lezen. Echt fascinerend : blijkbaar weet je brein binnen twintig seconden of het verhaal bij je past. Dat verklaart veel, toch ?
1. De eerste zin doet ertoe. Echt.
Een goede openingszin is als een handdruk – stevig, verrassend of een tikje mysterieus. Denk aan : “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar ; elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen manier.” (Tolstoj). Bam. Je zit er meteen in.
Als de eerste regels al vol clichés staan of het tempo nergens naartoe gaat, dan haak ik meestal af. Jij niet ?
2. De toon moet kloppen
Je voelt het meteen als een schrijver weet wat hij doet. De toon, de stem, de ritmiek – het moet leven. Of het nu droog, poëtisch of scherp is, als het maar eerlijk klinkt. Sommige auteurs schrijven zó natuurlijk dat je vergeet dat je leest. Dat is magie. Andere doen krampachtig “literair” en dan hoor je het piepen van de zinnen. Niet doen.
3. Personages die echt ademen
Zelf merk ik dat ik al na een paar pagina’s weet of ik iets voel bij de hoofdfiguren. Als ze alleen maar praterig zijn of geen eigen stem hebben, dan is het verloren zaak. Maar geef me een personage met een vreemd trekje – iemand die zijn thee altijd drie keer opwarmt of stiekem de buren observeert – en ik blijf lezen. Herkenning of nieuwsgierigheid, één van de twee is genoeg om je vast te houden.
4. De schrijfstijl mag niet in de weg zitten
Een goed boek leest soepel, zonder dat je struikelt over zinnen van een halve bladzijde. En ja, stijl is persoonlijk, maar als je elke regel drie keer moet herlezen, dan gaat de magie verloren. Dat betekent niet dat het simpel moet zijn. Denk aan auteurs als Haruki Murakami of Hanya Yanagihara : elegant, maar toegankelijk. Woorden die ademen.
5. De belofte van het verhaal
De eerste hoofdstukken moeten iets beloven. Niet alles verklappen, maar wel richting geven. Wie, wat, waar, waarom. Een goed boek schetst een wereld waar je meteen in wilt stappen – of juist eentje waar je niet uit kunt ontsnappen. Zonder dat, dwaal je af. En dan ligt het boek binnen vijf minuten weer op het nachtkastje, eerlijk is eerlijk.
6. En soms… voel je het gewoon
Er is iets ongrijpbaars aan goede literatuur. Je voelt het in de kadans van de woorden, in de blik van een personage, in een zin die nét blijft hangen. Dat is het moment waarop je weet : dit boek is de moeite waard. En daar kun je geen algoritme of recensie tegenop zetten.
Dus, hoe herken je een goed boek ? Lees, proef, voel. En vertrouw op dat eerste instinct. Meestal klopt het. En als het niet klopt ? Nou ja, dan heb je in elk geval weer een verhaal te vertellen over dat boek dat je halverwege hebt laten liggen – en soms zijn dat nog de leukste verhalen ook.